Ons erfgoed

 

Kinderen, ons grootste erfgoed,

kinderen, ze groot brengen vergt veel moed.

Je wordt blij van de lach op hun gezicht,

en denkt dan terug aan hun eerste levenslicht.

 

Hun kleine knuistje, gebald tot een vriendelijk klein vuistje,

in jouw grote hand, zo mooi, het vertederd je.

Diezelfde knuist, groot en sterk, de mannen van nu,

bij hen voel ik me veilig en goed, sodeju.

 

De zon in al haar felheid, strooiend met haar vitamine d,

valt in het niet bij de vitamine met de hoofdletter V.

Samen lachen, samen huilen, samen door het leven als oudgedienden,

samen, daarom zijn het ook mijn allerbeste Vrienden.

 

Ik proost op het leven, ik proost op de gulle lach,

die ik zie en ontvang, iedere keer weer, elke dag.

De een met weinig woorden, de ander met veel verve, beide met lef en moed,

weinig woorden of een lang gesprek, zo is het leven, zo is het goed.