Doolhof

 

Een doolhof in mijn hoofd, ondoordringbaar, alsof de paden zich aanpassen aan mijn gevoel,

een doolhof in mijn hoofd, denk je de uitgang gevonden te hebben, is alles weer een warboel.

Van buiten altijd rustig, maar binnen brand een hevig vuur, hoe ga ik dit nu blussen,

van buiten altijd rustig, bij mij vind je een luisterend oor, maar intussen.

 

De wereld om ons heen is hard, gaat veel te snel en alles moet,

je bent niets meer, in de handen van de leiders, dan een stukje speelgoed.

Een doolhof in mijn hoofd, opgebouwd door de jaren heen,

onderweg ben ik de kaart kwijtgeraakt, ik weet niet meer waarheen.

 

In een hoekje kruipen en wachten op wat er komen gaat,

of toch weer een paar meter vooruit, en zien wat me te wachten staat.

Het vuur in mij laait weer op, het is onblusbaar,

het vuur in mij zingt zijn lied als een veroveraar.

 

Je hebt weer even gewonnen, doolhof en vuur, ik geef het toe,

maar ik zal de oplossing vinden, weet alleen nog niet hoe.