Vreemd

 

Vreemd, tegen mijn eigen regels in voel ik iets voor een lieve vrouw,

Vreemd, tegen beter weten in val ik voor jou.

Moet dat nou echt, mijn hoofd zegt niet doen,

maar ik kan het niet helpen, mijn hart zegt bij jouw aanblik keihard BOEM.

 

Bang, gekrenkt, kluizenaar, is mijn rugzak dan nog steeds niet leeg,

op z'n kop dat ding en schudden maar, alles er uit en geef het een flinke veeg.

Aan het alleen zijn ben ik gaan wennen,

maar voor ik als een kip zonder kop ga rennen,

ga ik er eens goed voor zitten en denk goed na,

maar op deze manier blijf ik alleen, waar ik ook ga of sta.

 

Oude, grijze man, wat wil je nou,

stap er toch op af, op die lieve vrouw.

Glimlach, hart slaat sneller en maag voelt raar,

als ik jou zie raakt dat bij mij een gevoelige snaar.

Ik kruip toch maar weer terug in mijn kluisje,

want daar voel ik me veilig, in mijn eigen huisje.